zondag 12 december 2010
Darwin: een boekenliefhebber
Dat Darwin een vogelliefhebber was is geweten. Maar in zijn dagboeken schrijft hij ook het volgende, over boeken: "De voordelen blijken uiteindelijk op te wegen tegen de nadelen: een vrouw is als levensgezel sowieso beter dan een hond maar een nadeel van een vrouw is wel dat je met haar minder geld overhoudt voor boeken".
zaterdag 4 december 2010
Waar zit die heldere zanger? (bis)
Zojuist mijn Twitter-geheugen opgefrist. Het kan mij nog altijd niet bekoren. Twitter blijft een zwak vogeltje. Ik las het artikel "Bibliotheken verkennen het gebruik van Twitter". Het argument in de ondertitel is dat o.a. Paris Hilton het ook doet. Paris Hilton komt weinig in de bibliotheek en dus is dat een zwak argumentje.
Niettemin, als bewijs van mijn goede wil heb ik mij aangemeld als follower.
Twitteren is en blijft Kwetteren. Laten we er dan ook als dusdanig mee omgaan. Er zijn zéér interessante en boeiende blogs, facebookpagina's, forums, sites, films, musea en tentoonstellingen, publicaties zoals tijdschriften of boeken, van pockets over dichtbundels tot luxueuze kunstboeken, zonder dat we daarom een kip zonder kop zouden volgen.
Niettemin, als bewijs van mijn goede wil heb ik mij aangemeld als follower.
Twitteren is en blijft Kwetteren. Laten we er dan ook als dusdanig mee omgaan. Er zijn zéér interessante en boeiende blogs, facebookpagina's, forums, sites, films, musea en tentoonstellingen, publicaties zoals tijdschriften of boeken, van pockets over dichtbundels tot luxueuze kunstboeken, zonder dat we daarom een kip zonder kop zouden volgen.
woensdag 3 maart 2010
Het Gele Gevaarte
Ik heb de oplossing gevonden van mijn Aladin-vraag (2 april 2009 op deze blog).
In de bibliotheek!
Wanneer men in de middeleeuwen wilde varen van, laat ons zeggen Portugal naar Amerika (om dit te ontdekken b.v.) kon men gemakkelijk weten of men teveel naar links of naar recht afweek. Daartoe werd d.m.v. de sterren de breedtegraad berekend. Maar nooit wist iemand hoever ze van Portugal of Amerika verwijderd waren want geen kat kon lengtegraden berekenen. Het varen op open zee was hierdoor heel beperkt en onnoemlijk veel schipbreuken waren het gevolg. Honderden methodes werden uitgeprobeerd, sommige belachelijk, sommige gruwelijk, sommige vernuftig. Nog in het begin van de achttiende eeuw loofde het Britse koningshuis een beloning uit voor wie een antwoord bedacht. Pas in 1764 werd het probleem opgelost. Over die eeuwenlange zoektocht schreef Dava Sobel een heel leesbaar boekje: “Lengtegraad”.
Wanneer men dan terzelfdertijd weet dat een halve eeuw voor Columbus de Chinezen met een enorme vloot de wereld rondvoeren dan vraagt men zich af hoe de Chinezen tegen het lengtegraadprobleem aankeken.
“Aladin” wist het ook niet.
In “1434” van Gavin Menzies staat het antwoord. Te technisch om hier weer te geven maar het boek, uit 2008, staat vol verrassingen: Christoffel Columbus, op weg naar Amerika, was in het bezit van een kaart van Amerika. Ondanks een hoog von Dänikengehalte spelen niet de goden maar de Chinezen hier een rol. Ik citeer even uit de achterflap: “… Onder leiding van Zheng He voer deze vloot uit naar alle hoeken van de wereld om de Chinese kennis en beschaving op de ‘barbaren’ over te brengen. In 1434 arriveerde een vloot van vele honderden schepen in Toscane. In Florence ontmoetten de Chinezen paus Eugenius IV aan wie ze hun rijke kennis en diepe inzichten op talloze gebieden presenteerden (…) In zijn boek laat Menzies met overtuigend bewijsmateriaal zien dat dit geschenk van doorslaggevende invloed is geweest op de ontwikkeling van de renaissance, inclusief de mechanische ontwerpen van Leonardo da Vinci, de Copernicaanse Revolutie en de ontdekkingen van Galilei.”
De ondertitel van het boek luidt dan ook “Het jaar waarin China de Italiaanse renaissance deed ontbranden”.
In de bibliotheek!
Wanneer men in de middeleeuwen wilde varen van, laat ons zeggen Portugal naar Amerika (om dit te ontdekken b.v.) kon men gemakkelijk weten of men teveel naar links of naar recht afweek. Daartoe werd d.m.v. de sterren de breedtegraad berekend. Maar nooit wist iemand hoever ze van Portugal of Amerika verwijderd waren want geen kat kon lengtegraden berekenen. Het varen op open zee was hierdoor heel beperkt en onnoemlijk veel schipbreuken waren het gevolg. Honderden methodes werden uitgeprobeerd, sommige belachelijk, sommige gruwelijk, sommige vernuftig. Nog in het begin van de achttiende eeuw loofde het Britse koningshuis een beloning uit voor wie een antwoord bedacht. Pas in 1764 werd het probleem opgelost. Over die eeuwenlange zoektocht schreef Dava Sobel een heel leesbaar boekje: “Lengtegraad”.
Wanneer men dan terzelfdertijd weet dat een halve eeuw voor Columbus de Chinezen met een enorme vloot de wereld rondvoeren dan vraagt men zich af hoe de Chinezen tegen het lengtegraadprobleem aankeken.
“Aladin” wist het ook niet.
In “1434” van Gavin Menzies staat het antwoord. Te technisch om hier weer te geven maar het boek, uit 2008, staat vol verrassingen: Christoffel Columbus, op weg naar Amerika, was in het bezit van een kaart van Amerika. Ondanks een hoog von Dänikengehalte spelen niet de goden maar de Chinezen hier een rol. Ik citeer even uit de achterflap: “… Onder leiding van Zheng He voer deze vloot uit naar alle hoeken van de wereld om de Chinese kennis en beschaving op de ‘barbaren’ over te brengen. In 1434 arriveerde een vloot van vele honderden schepen in Toscane. In Florence ontmoetten de Chinezen paus Eugenius IV aan wie ze hun rijke kennis en diepe inzichten op talloze gebieden presenteerden (…) In zijn boek laat Menzies met overtuigend bewijsmateriaal zien dat dit geschenk van doorslaggevende invloed is geweest op de ontwikkeling van de renaissance, inclusief de mechanische ontwerpen van Leonardo da Vinci, de Copernicaanse Revolutie en de ontdekkingen van Galilei.”
De ondertitel van het boek luidt dan ook “Het jaar waarin China de Italiaanse renaissance deed ontbranden”.
Abonneren op:
Posts (Atom)